De voorbije maanden is er heel wat verandert wanneer je je rijbewijs wilt behalen. Een van deze veranderingen is: extra manoeuvres die je onder de knie moet krijgen.
In totaal moet je 6 manoeuvres kunnen uitvoeren, uiteraard op de openbare weg/openbare plaats. In deze blog zullen we je wat meer uitleg geven over de verschillende stappen die je moet overlopen. Zo maak je vast en zeker geen fouten op het examen!
Bij de aanvang van het praktijkexamen zal je worden aangewezen om een nummer in te dienen. Deze nummer bepaalt welke manoeuvres en welk parcour je moet uitvoeren.
Manoeuvre 1:
Keren in een smalle straat
Bij dit manoeuvre wordt er aan de kandidaat gevraagd om te keren in een smalle straat met matig verkeer. De richtingaanwijzers worden steeds gebruikt om aan te duiden dan men een manoeuvre gaat uitvoeren.
tip: draai steeds zo ver mogelijk door zonder de stoeprand te raken, zo maakt u goed gebruik van de volledige breedte van de straat.
traject:
Maak een draaibeweging naar links, rijdt tot aan de rand van de stoep.
Maak een achterwaartse beweging naar rechts
Draai verder door totdat de wagen zich op het juiste rijvlak bevindt
Manoeuvre 2:
In rechte lijn achteruit rijden
De examinator zal aan de kandidaat vragen om zich achterwaarts in een rechte lijn van ongeveer 20m te verplaatsen. De rechterrichtingsaanwijzer duidt aan dat men dit manoeuvre gaat uitvoeren.
tip: zorg ervoor dat je een rechte start maakt voor je dit manoeuvre uitvoert, let er op dat je stuur recht staat! Maak steeds kleine correcties met het stuur, als je te veel uitwijkt behoudt je geen recht parcour.
Manoeuvre 3:
parkeren
Het manoeuvre parkeren bestaat uit 4 verschillende parcours, slechts 1 zal worden gekozen op het examen.
evenwijdig ten opzichte van de weg rechts parkeren tussen 2 voertuigen
evenwijdig ten opzichte van de weg links parkeren (omgekeerd)
De bestuurder moet zich evenwijdig kunnen parkeren tussen 2 aanwezige voertuigen. Dit manoeuvre moet men uitvoeren met een vlotte s - beweging.
tip: stel je steeds goed op en maak vlotte draaibewegingen. Begin te draaien als een klein gedeelte van de achterflank van je wagen zich voorbij de geparkeerde wagen bevindt. Als je te ver in de parkeerplaats draait belandt je op de stoeprand.
Om het parkeervak terug te verlaten:
Rij achterwaarts in een rechte beweging
Draai naar links om het parkeervak te verlaten
Traject:
Maak een achterwaartse beweging naar rechts
Draai het stuur tijdig zodat de auto zich in een rechtlijnige beweging kan verplaatsen
Rij eventueel nog enkele meters vooruit voor een goede positie
3. loodrecht ten opzichte van de weg vooruit in een vak parkeren
Er wordt verwacht dat de bestuurder de wagen loodrecht kan parkeren in een parkeervak/garage. Dit in 1 vlotte beweging. Parkeren in een vak zal plaatsvinden op een openbare plaats maar niet op de openbare weg.
Tip: Let bij het inparkeren telkens op de randen van het parkeervak en voer kleine correcties uit indien nodig. Parkeer je telkens aan de overkant van het gewenste parkeervak.
4.loodrecht ten opzichte van de weg achteruit in een vak parkeren
De bestuurder moet niet alleen vooruit in een parkeervak/garage kunnen rijden maar ook achterwaarts. Dit manoeuvre is iets complexer dan de voorwaartse variant.
Tip: Let steeds op de randen van het parkeervak, zo geraak je steeds met 1 poging in het vak.
Traject:
Draai weg van het parkeervak en houdt de randen van het parkeervak in de gaten
Draai achterwaarts het parkeervak in
Bij het betreden van het parkeervak maak je een rechtlijnige beweging naar achteren
Comments